Menu

Bruine Beuk

Fagus sylvatica ‘Atropunicea’

De beuk (Fagus sylvatica) is een plant uit de napjesdragersfamilie (Fagaceae). Het is een van nature in Europa voorkomende boom.

De wetenschappelijke naam van het geslacht is afkomstig van Latijn fagus, ‘beuk’, mogelijk van het Griekse “phagein’ [eten] verwijzend naar de eetbare nootjes van de beuk. De soortaanduiding sylvatica is afgeleid van Latijn silva, ‘bos’, betekent in de bossen in het wild groeiend.

Kenmerken

De beuk kan tot 46 meter hoog worden. De stam is glad en grijs en de bast is dun, waardoor de boom bij plotse blootstelling aan zonlicht gevoelig is voor schorsbrand. Het blad is veernervig, licht gegolfd en licht glanzend.

De plant is eenhuizig; er zijn dus mannelijke en vrouwelijke bloemen aan dezelfde boom. De knoppen zijn langwerpig en geschubd. De bestuiving vindt plaats door de wind. De beuk kan goed tegen schaduw en is een climaxsoort.

De beukennootjes worden omsloten door een napje, dat gevormd wordt uit de vruchtbladen en de schutbladen. In elk napje zitten twee nootjes. Als de nootjes rijp zijn opent het napje in vier delen en vallen de beukennootjes op de grond. De beukennootjes worden onder andere verspreid door eekhoorns, die ze als wintervoorraad gebruiken. Beukennootjes, die tot de echte noten worden gerekend, zijn voor menselijke consumptie geschikt.

De beuk gedijt goed op vochthoudende, goed doorlatende, kalkrijke, leemhoudende bodem. Hij verdraagt hoge waterstanden of droge zandgronden niet. De boom leeft in symbiose met een schimmel (mycorrhiza).

Leeftijd

Beuken worden 200 tot 400 jaar oud. In Haastrecht staat in de achtertuin van Museum Bisdom van Vliet een beuk uit 1692. De beuk is geplant als herinnering aan het feit dat Adriaan Bisdom zich in Haastrecht vestigde. Op de Veluwe, staat in de gemeente Hattem, op het landgoed Molencate, een van de oudste beuken van Nederland: de Mariabeuk; deze is circa 400 jaar geleden aangeplant.

Hout

Als de beuk voor het beukenhout gebruikt wordt, moet deze echter veel jonger gekapt worden, omdat het hout anders onbruikbaar wordt door verkleuring en aantasting door schimmels. Het hout kan voor allerlei producten gebruikt worden zoals speelgoed (omdat het nauwelijks splintert), meubilair en parket. Het is niet geschikt voor gebruik buiten of in natte ruimtes, omdat het hout dan snel zwart verkleurt. Het hout wordt gemakkelijk aangetast door de houtworm. In de fijne korrel van beuk en esdoorn zitten bacteriën vast. Als het hout (snijplank) opdroogt, sterven de bacteriën.

Ziekten en plagen

De beuk kan aangetast worden door het gewoon meniezwammetje (Nectria cinnabarina), bastkanker (Nectria ditisima), roetdauw (Dematiaceae) en Apiognomonia errabunda die necrotische vlekken veroorzaakt.

Verder kan de beuk last hebben van de beukenbladluis (Phyllaphis fagi), wollige beukenluis (Cryptococcus fagisuga), de beukenspringkever (Rhynchaenus fagi), de galmijt (Aculops fuchsiae) en verschillende galmuggen zoals Mikiola fagi.

11-05-2019